Risicothema 7: Jongere automobilist (18-24 jaar)
Jongere automobilisten (18-24 jaar) zijn een risico in 4 van de 6 gemeenten (Zeewolde, Almere, Dronten en Urk). In al deze gemeenten is het aandeel 18-24 jarigen redelijk stabiel gebleven in de afgelopen jaren (8-9%). Enkel in Urk is dit hoger (11%). In absolute zin wonen de meeste 18-24 jarigen in de kernen, echter, relatief gezien wonen de meeste 18-24 jarigen in de buitengebieden van elke gemeente. Dit zijn ook de gebieden waar het autobezit het hoogst is. Waar dat in de kernen gemiddeld 1-1,5 auto’s per huishouden is, is dat in de buitengebieden 1,5-2,5 auto’s per huishouden. Gezien de afstanden van de buitengebieden naar de kernen is het aannemelijk dat in deze gebieden jonge automobilisten eerder geneigd zijn in de auto te stappen. Over de hele provincie gezien is het aandeel jongeren wat in bezit is van een rijbewijs minimaal gestegen tussen 2016 (20.000) en 2020 (21.500).
Jonge automobilisten zijn in deze gemeenten relatief vaak betrokken bij een ongeval. Het aandeel 18-24 jarigen, afgezet per 1000 inwoners, is gemiddeld in elke gemeente tussen de 7 en 12. Dit is vaak na 16-17 jarigen relatief gezien de meest betrokken leeftijdsgroep. Gekeken naar alle letselongevallen met automobilisten is gemiddeld zo’n 10-30% 18-24 jaar. Wanneer specifiek wordt gekeken naar alle ongevallen met 18-24 jarigen is gemiddeld 30% met de personenauto. Opvallend is dat, enkel gekeken naar gemeentelijke wegen, het grootste deel van deze ongevallen plaatsvindt in de grotere kernen van elke gemeenten. Hier is een mogelijke link met het gegeven dat men als jongere automobilist vanuit het buitengebied onbekend is met de interactie die in de (drukkere) kernen plaatsvindt met andere type weggebruikers. Wanneer alle wegbeheerders worden meegenomen vinden de meeste ongevallen met deze doelgroep plaats op de Rijks- en provinciale wegen.