Risicothema 4: fiets
De fiets is een risicothema in 4 van de 6 gemeenten in de provincie Flevoland (Dronten, Almere, Noordoostpolder, Urk). Het inwonersaantal van alle gemeenten met uitzondering van Noordoostpolder is groeiende. Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat maakt dat het aantal fietsers in de andere 3 gemeenten toeneemt.
Dankzij de vormtoets, die door de gemeenten zelf is aangeleverd, is inzicht verkregen in de kwaliteit van fietspaden in elke gemeente. Deze is gemiddeld. Zo is ca. de helft vrijliggend, voldoende breed en zijn er nauwelijks obstakels. Ook beschikt een deel van de 50 km/u wegen, die onderdeel uit maken van het fietsnetwerk, nog niet over vrijliggende fietspaden en zijn veel wegen in het buitengebied onvoldoende ingericht om recreatieve fietsers een veilige plek te bieden.
Gekeken naar de ongevallen vindt gemiddeld zo’n 15 á 24% van de letselongevallen plaats in combinatie met een fiets. Urk valt daarbij op in negatieve zin met 24%. In de meesten gemeenten valt het grootste deel van het aantal letselslachtoffers met de fiets binnen de kom, en dan voornamelijk op kruispunten. Enkel in Noordoostpolder valt een groter deel van de fietsslachtoffers buiten de kom. In alle gemeenten, met uitzondering van Urk, is meer dan de helft van de letselslachtoffers op de fiets 50+, met ook een aanzienlijk deel (ca. 25%) 70+. In Urk zijn meeste slachtoffers 18 t/m 24 en 25 t/m 39 jaar.
Uit de ambulanceongevallen van de GGD komt naar voren dat op deze gemeente de fiets het meest betrokken is bij enkelzijdige ongevallen. Dit betreft gemiddeld ca. 40%. De vervoerswijze waar de fiets het meest mee in aanraking komt bij een ongeval is de personenauto.
Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, wat ook van toepassing is op de provincie Flevoland:
Enkelvoudige fietsongevallen:
-
Verdeling naar type fiets:
-
-
65% op de gewone fiets
-
74% op de elektrische fiets
-
53% op de racefiets
-
-
62% door evenwichtsverlies
-
12% tijdens het fietsen
-
17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer)
-
10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen.
Meervoudige fietsongevallen:
-
Verdeling naar type fiets:
-
-
33% op de gewone fiets
-
23% op de elektrische fiets
-
41% op de racefiets
-
-
61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer
-
39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan.
-
41% was tegenpartij fietser
-
25% wiel raken van andere fietser.
-
25% sturen in elkaar haken
-
39% was de tegenpartij een rijdende auto.
-
7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets.
-
Relatief vaak fietsers in de leeftijd 13-34 jaar.
Doelgroepen:
-
De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).
-
Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.
-
Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.
-
Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.
-
Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.
-
Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.
-
Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.
-
Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.
-
Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.
Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.
Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2018) is voor Almere, in het onderzoek de enige Flevolandse gemeente, bekend dat circa 69% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert. Dit is 3% hoger dan het landelijk gemiddelde. Het is aannemelijk dat het percentage voor de gemeenten in Flevoland rond het landelijk gemiddelde ligt. Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 84% van de 50-plussers. Lichtvoering is dus een aandachtspunt voor de provincie Flevoland, met name onder jongeren.