Doelen

Risicogestuurd beleid is gericht op een proactieve aanpak van de belangrijkste risico’s in het verkeerssysteem. Daarbij kijken we dus niet alleen naar ongevallen en slachtoffers, maar ook naar factoren die potentieel kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. Vanuit die risicogestuurde aanpak zijn daarom verkeersveiligheidsdoelstellingen gekoppeld aan factoren die leiden tot risico’s. De doelstellingen zijn geformuleerd op 3 niveaus[1]:

  • A. Beleidsprestatie: dit niveau bevat doelstellingen die direct gerelateerd zijn aan (beleids)programma’s en concrete maatregelen. Bij het formuleren van deze doelstellingen is ook gehouden voor de verankering van de 3 E’s (Education, Engineering en Enforcement). Het werken aan deze doelstellingen heeft een direct effect op de tussenuitkomsten.

  • B. Tussenuitkomsten: dit niveau bevat doelstellingen gerelateerd aan de kwaliteit van het verkeerssysteem. Dit omvat bijv. de kwaliteit van de inrichting van wegen, het gedrag van een verkeersdeelnemer of de veiligheid van de voertuigen in het systeem. Het werken aan deze doelstellinge heeft een direct effect op de einduitkomsten.

  • C. Einduitkomsten: dit niveau bevat doelstelingen die iets zeggen over de slachtoffers.

Onderstaande tabel geeft het overzicht van de doelen per risicothema.

 

Risicothema

A. Beleidsprestatie

B. Tussenuitkomsten

C. Einduitkomsten

Partners*

  

Beleid en maatregelen

Kwaliteit systeem (gedrag, weginrichting, voertuig)

Ongevallen en slachtoffers

 

Verkeerssysteem

1. 30 km/u wegen

  • 1.A1 Schoolomgevingen

  • 1.A2 Kruispuntplateaus

  • 1.A3 Uitbreiden van aantal 30 km/u gebieden inclusief passende inrichting

  • 1.B1 Snelheid meetbaar omlaag

  • 1.B2 Afname van het aantal aandachtswegen/ grijze wegen

  • 1.B3 Inrichting wegen passend bij gebruik

1.C1 Jaarlijkse afname van het aantal letselongevallen op 30 km/u wegen

VVN, fietsers bond, dorpsraden

2. 80 km/u wegen

  • 2.A1 Vergevingsgezinde bermen (bermverharding toepassen?) op alle buitenwegen of alleen op landbouwverkeerroutes

  • 2.A2 Verkeersveiligheid als uitgangspunt bij herinrichtingen

  • 2.A3 Ontmoedigen doorgaand autoverkeer

  • 2.A4 Gebiedsgerichte aanpak (buurtschappen)

  • 2.A5 Bij afwaardering bovenstaande bullits toepassen.

  • 2.B1 Afwaarderen gemeentelijke 80 km/u wegen naar 60 km/u

  • 2.B2 Herinrichten oude 80 km/u wegen naar veilige nieuwe 60 km/u wegen.

  • 2.B3 Jaarlijkse afname van de hoeveelheid sluipverkeer in het buitengebied

2.C1 0 ongevallen op 80 km/u wegen door afwaardering van alle 80 km/u wegen naar 60 km/u wegen

VVN, LTO, fietsersbond Cumela

Risicogroepen en -modaliteiten

3. Kwetsbare verkeersdeelnemers: fiets/e-bike

  • 3.A1 Ontmoedigen doorgaand autoverkeer

  • 3.A2 Verlichtingscampagnes doorzetten

  • 3.A3 Bereik effectieve educatie vergroten

  • 3.B1 Toename veilig ingerichte fietsinfrastructuur buiten bebouwde kom

  • 3.B2 Afname verkeersonveilig gedrag fietsers

3.C1 Jaarlijkse afname van het aantal fietsers dat betrokken is bij een ongeval

Fietsersbond, VVN

4. Kwetsbare verkeersdeelnemers: brom-/snorfietser

  • 4.A1 Fietsers in de NOP kwetsbaarder dan de bromfietsers, zeker in het buitengebied

  • 4.A2 Educatie

 

4.C1 Jaarlijkse afname van het aantal brom- en snorfietsers dat betrokken is bij een ongeval

 

5. Kwetsbare verkeersdeelnemers: ouderen

  • 5.A1 Bereik campagnes vergroten

  • 5.A2 Jaarlijkse e-bike training voor ouderen

  • 5.B1 Verbeterd ‘Gedrag’ van ouderen

  • 5.B2 Toename voertuigbeheersing onder ouderen

5.C1 Jaarlijkse afname van het aantal ouderen dat betrokken is bij een ongeval

Dorpsraden, ouderenorganisaties

6. Onervaren verkeersdeelnemers: fietser 12-14 jaar

  • 6.A1 Bereik campagnes vergroten

  • 6.A2 Educatie gericht op de fiets/e-bike

  • 6.A3 Verbeteren van de oversteekbaarheid van provinciale wegen op schoolroutes

  • 6.A4 Aandacht geven aan de drukste schoolroutes mbt verkeersveiligheid

  • 6.A5 Educatie en campagnes gericht op afleiding, rijden onder invloed etc.

  • 6.A6 Oortjes uit in plaats van in

  • 6.A7 Aansluiten Jaap en Jurie Urk

  • 6.B1 Verbeterd ‘Gedrag’ fietser 12-14 jaar

  • 6.B2 Toename veilige schoolroutes in het buitengebied

6.C1 Jaarlijkse afname van het aantal 12-14 jarigen dat betrokken is bij een ongeval

Provincie

7. Onervaren verkeersdeelnemers: jonge automobilist

  • 7.A1 Bereik campagnes vergroten

  • 7.A2 Aansluiten Jaap en Jurie Urk

  • 7.B1 ‘Gedrag’ jongeren verbeteren

7.C1 Jaarlijkse afname van het aantal jonge automobilisten (18-24 jaar) dat betrokken is bij een ongeval

 

Gedrag individuele verkeersdeelnemer

8. Rijden onder invloed

  • 8.A1 Structurele samenwerking met politie opzetten

  • 8.A2 Bereik campagnes vergroten

  • 8.B1 Jaarlijkse afname van het aantal mensen dat onder invloed van alcohol/drugs deelneemt aan het verkeer

8.C1 Jaarlijkse afname van het aantal ongevallen toe te dragen aan verkeersdeelname onder invloed

Politie

9. Snelheid in het verkeer (30/50/60/80)

  • 9.A1 Handhaving op risicovolle wegen

  • 9.A2 Snelheidsdisplays plaatsen

  • 9.A3 Voorlichtingscamapagnes

  • 9.B1 Jaarlijkse afname van het aantal kilometers weglengte waarbij de maximumsnelheid met >10 km/u wordt overschreden

9.C1 Jaarlijkse afname van het aantal ongevallen toe te dragen aan snelheidsoverschrijdingen

 

10. Afleiding in het verkeer

  • 10.A1 Structurele samenwerking met politie opzetten

  • 10.B1 Jaarlijkse afname van het aantal mensen dat wordt afgeleid terwijl men deelneemt aan het verkeer

10.C1 Jaarlijkse afname van het aantal ongevallen toe te dragen aan afleiding

Politie

11. Verkeers-overtreders

  • 11.A1 Handhaving

  • 11.A2 Aansluiting bij campagnes andere gemeenten

  • 11.B1 Jaarlijkse afname van het aantal verkeersovertreders

  • 11.C1 Jaarlijkse afname van het aantal ongevallen veroorzaakt door structurele verkeersovertreders.

  • Jaarlijkse afname van het aantal ongevallen veroorzaakt door ‘huftergedrag’.

Politie

Tabel 1: Doelen gemeente Noordoostpolder

  • 1 Deze niveau’s komen overeen met de 3 middelste lagen van de verkeersveiligheidspiramide. Dit model geeft weer hoe beleidsinspanningen en resultaten samenhangen en zijn ingebed in hun context. De structuur en cultuur van een land of gebied zijn de basis voor beleidsmaatregelen en programma’s, resulterend in verbeteringen in het verkeerssysteem, reductie in aantal ongevallen en slachtoffers en een reductie van de maatschappelijke kosten.