Risicothema 1: Fiets

Conclusie:

De belangrijkste risico’s voor de fietsers zijn met name de locaties waar relatief veel verkeer elkaar ontmoet en waar de snelheid relatief hoog is ten opzichte van het snelheidslimiet. Vooral op die locaties zijn de verkeersveiligheidsrisico’s het hoogst.

De volgende subthema’s verdienen extra aandacht:

  • Fietsers van 70 jaar of ouder (incl. e-bikes)

  • De jongere snorfietsers/jonge bestuurders

  • Binnen de kom: Kruispunten en wegvakken. Buiten de kom: Met name wegvakken.

Algemene info

Uit Tabel 4 blijkt dat er in Nederland en Flevoland nog wel enige winst te behalen valt wat betreft het terugdringen van ‘onnodig’ autoverkeer, ten gunste van meer fietsgebruik. Te zien is dat de gemiddelde afgelegde afstanden voor woon-werkverkeer en schoolverkeer per auto redelijk kort zijn. Er zijn mensen die langer onderweg zijn, maar dus ook die nog kleinere afstanden afleggen. Dit zijn afstanden die zeer goed per fiets af te leggen zijn. Dit kan een mogelijk argument zijn om fietsstimuleringsmaatregelen te onderbouwen. Hiermee wordt op verkeersveiligheidsgebied ook de kans verlaagd dat kwetsbare verkeersdeelnemers worden blootgesteld aan gemotoriseerd verkeer.

   

Onderwerp

   

Verplaatsingen

Afstand

Reisduur

Regio

Modaliteit

Reismotief

aantal

km

minuten

Nederland

Personenauto (bestuurder)

Van en naar werk

0,29

7,28

8,93

Oost-Nederland (LD)

Personenauto (bestuurder)

Van en naar werk

0,31

8,39

9,87

Flevoland (PV)

Personenauto (bestuurder)

Van en naar werk

0,31

9,6

10,16

Matig stedelijk

Personenauto (bestuurder)

Van en naar werk

0,32

7,53

9,27

Nederland

Fiets

Van en naar werk

0,15

0,73

2,91

Oost-Nederland (LD)

Fiets

Van en naar werk

0,16

0,67

2,73

Flevoland (PV)

Fiets

Van en naar werk

0,11

0,41

1,68

Matig stedelijk

Fiets

Van en naar werk

0,14

0,66

2,55

Nederland

Personenauto (bestuurder)

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,02

0,42

0,55

Oost-Nederland (LD)

Personenauto (bestuurder)

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,02

0,48

0,61

Flevoland (PV)

Personenauto (bestuurder)

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0

0

0

Matig stedelijk

Personenauto (bestuurder)

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,02

0,49

0,65

Nederland

Fiets

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,08

0,39

1,73

Oost-Nederland (LD)

Fiets

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,09

0,47

2,03

Flevoland (PV)

Fiets

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,07

0,41

1,63

Matig stedelijk

Fiets

Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang

0,08

0,37

1,63

Tabel 4: Mobiliteit; per persoon, vervoerwijzen, motieven, regio's (over het jaar 2018) (CBS)

Slachtoffers

Ca. een vijfde van de verkeersslachtoffers in gemeente Dronten vallen op de gewone (18%) en elektrische (3%) fiets (Tabel 5). Het percentage slachtoffers dat op een elektrische fiets reed is met 3% relatief laag in Dronten, waardoor gesuggereerd kan worden dat de e-bike an sich niet per se onderwerp hoeft te zijn van maatregelen. In absolute zin zijn de slachtofferaantallen vrij laag. Echter, 6 van de 7 e-bike slachtoffers zijn 60+. Eventuele e-bike maatregelen richtten zich het best op de senior inwoners. Mogelijke onderregistratie van fietsongevallen kan ook tot een incompleet beeld leiden van deze doelgroep.

Onder de gebruikers van een ‘gewone’ fiets vallen veel slachtoffers ook onder de senior inwoners, met het zwaartepunt op de 70-plussers. Maatregelen voor fietsers in het algemeen richten zich dus het best op de 70-plussers.

Tabel 5. Slachtoffers naar leeftijd en modaliteit (2014-2019)

Figuur 1. Slachtoffers naar vervoerwijze (2014-2019)

Figuur 2 en Figuur 3 laat zien dat het aandeel (e-)fietsslachtoffers relatief en absoluut gezien groeit. Het aandeel snorfietsslachtoffers wordt juist steeds minder relevant.

Tot slot blijkt uit Tabel 6 dat slachtoffers onder de fietsers, e-bikers, snor- en bromfietsers zich hoofdzakelijk binnen de bebouwde kom voordoen. Wel lijkt de nadruk binnen de kom vooral op kruispuntongevallen te liggen, met name voor fietsers. Snorfietsongevallen doen zich met name op wegvakken voor. Ongevallen met e-bikes lijken vooral buiten de kom plaats te vinden.

Tabel 6. Slachtoffers naar wegvak en komgrens (2014-2019)

Ambulanceongevallen

Aanvullend op bovengenoemde cijfers heeft de provincie data over het aantal ambulanceongevallen (van 2013 t/m 2018) aangeleverd. Dit betreft het aantal ritten dat ambulances hebben uitgevoerd, gesorteerd naar vervoerswijze van de betrokken partij(en). Hieruit komen de volgende cijfers naar voren:

  • Kruispuntongevallen

  • Wegvakongevallen

Wat hieruit opvalt is dat het aandeel eenzijdige fietsongevallen vrij hoog is (42 v/d 78 op wegvakken, 28 v/d 69 op kruispunten). Daarnaast zijn met name de ongevallen op kruispunten tussen fietsers en auto’s (23 v/d 69) redelijk hoog. Hoewel de totale aantallen bromfietsslachtoffers lager zijn, is ook bij deze categorie ongeveer dezelfde verdeling te zien.

Deze aantallen zijn aanzienlijk hoger dan hiervoor is genoemd vanwege het feit dat er in VIA data sprake is van een onder-registratie van ongevallen. De politie komt bij de meeste ongevallen niet altijd ter plaatse. Daarnaast zijn er ook ongevallen waarbij ook geen ambulance wordt ingezet, wat leidt tot ongevallen die geheel uit beeld blijven.