Risicothema 4: Fiets, bromfiets, snorfiets

Conclusie:

De belangrijkste risico’s voor de fietsers, brom- en snorfietsers zijn met name de locaties waar relatief veel verkeer elkaar ontmoet en waar de snelheid relatief hoog is ten opzichte van het snelheidslimiet. Vooral op die locaties (met name kruispunten) zijn de verkeersveiligheidsrisico’s het hoogst.

De volgende subthema’s verdienen extra aandacht:

  • Fietsers van 12-14 jaar en 50 jaar of ouder.

  • De jongere brom- en snorfietser (16-17 jaar)

  • Binnen de kom: Kruispunten.

Algemene info

Uit onderstaande Tabel 11 blijkt dat er enige winst te behalen valt wat betreft het terugdringen van ‘onnodig’ autoverkeer, ten gunste van meer fietsgebruik. Te zien is dat de gemiddelde afgelegde afstanden voor woon-werkverkeer en schoolverkeer per auto redelijk kort zijn. Er zijn mensen die langer onderweg zijn, maar dus ook die nog kleinere afstanden afleggen. Dit zijn afstanden die zeer goed per fiets af te leggen zijn. Dit kan een mogelijk argument zijn om fietsstimuleringsmaatregelen te onderbouwen. Hiermee wordt op verkeersveiligheidsgebied ook de kans verlaagd dat kwetsbare verkeersdeelnemers worden blootgesteld aan gemotoriseerd verkeer.

Tabel 11. Mobiliteit; per persoon, vervoerwijzen, motieven, regio's (over het jaar 2018)

Slachtoffers

14 verkeersslachtoffers in Lelystad vallen op de gewone (13%) en elektrische (1%) (Figuur 3). Het percentage slachtoffers dat op een elektrische fiets reed is met 1% relatief laag in Lelystad. Mogelijk is dit getal hoger omdat in de registratie regelmatig een e-bike voor een fiets wordt aangezien. Onder de gebruikers van een fiets vallen de slachtoffers verspreid over de leeftijdscategorieën; zowel kinderen en jongeren als volwassenen en ouderen. Het zwaartepunt ligt wel op de 50+ers.

Hoewel 12-14 jarigen niet direct als risicogroep naar voren komen heeft de gemeente de wens uitgesproken deze wel op te nemen als thema (onervaren verkeersdeelnemers) gezien de (nog) beperkte gewenning en interactie met overig verkeer. De aantallen laten zien dat deze groep met name als fietser (6 van de 16 slachtoffers in deze leeftijdscategorie) voorkomen.

Al met al richten maatregelen voor fietsers zich dus het best op meerdere doelgroepen, kinderen en 50+ in het bijzonder.

Tabel 12. Slachtoffers naar leeftijd en modi (2014-2019)

Figuur 3. % Slachtoffers naar vervoerwijze (VIA, 2014-2019)

In Tabel 13 is het aantal slachtoffers per leeftijdscategorie vergeleken met het inwoneraantal in diezelfde leeftijdscategorie. Hieruit komt naar voren dat de categorie 16-17 jarigen in negatieve zin opvalt, voor wat betreft het aantal slachtoffers per 1.000 inwoners. Uit Tabel 12 blijkt dat deze jongeren met name als brom- of snorfietser in de ongevalsstatistieken voorkomen. In absolute zin gaat het om 8 (van de 23) 16- 17 jarige slachtoffers in zes jaar tijd. Dit is meer dan alle fietsslachtoffers tezamen in deze leeftijdsgroep. De jongere brom- en snorfietser mag hierom een risicogroep genoemd worden.

Tabel 13.Slachtoffers naar leeftijd (VIA, 2014-2019)

Verder blijkt uit Figuur 4 dat het aandeel bromfietsrijbewijshouders in de provincie Flevoland stijgende is in de categorie 70 jaar en ouder. Ook in de categorie 16 tot 18 jaar en 18 tot 20 jaar is een kleine toename zichtbaar. Dit geldt ook voor het aantal voertuigen met bromfietskenteken in particulier bezit (Figuur 5).

Figuur 4. % bromfietsrijbewijshouders naar leeftijd

Figuur 5. % voertuigen met bromfietskenteken

Hoewel het aantal rijbewijshouders en voertuigen met bromfietskenteken toeneemt laat Figuur 6 zien dat het relatief aandeel van bromfietsen daalt. Het relatief aandeel snorfietsen stijgt juist. In absolute zin gaat het van 2015-2019 over een afname van 137 bromfietsen terwijl het aantal snorfietsen in diezelfde periode met 1371 is toegenomen.

Figuur 6. Ontwikkeling relatief aandeel wagenpark

Ondanks dat de slachtofferaantallen per jaar erg fluctueren, lijkt er zowel in absolute zin als relatief gezien sprake te zijn van een stijgende trend in de slachtofferaantallen onder fietsers. Figuur 7 en Figuur 8 tonen dit. Het aandeel brom- en snorfietsslachtoffers lijkt in relatieve zin iets toe te nemen terwijl dit in absolute zin iets afneemt.

Figuur 7. Ontwikkeling relatief aandeel slachtoffers naar modi

Figuur 8. Ontwikkeling absoluut aandeel slachtoffers naar modi

Tot slot blijkt uit Tabel 14 dat de slachtoffers onder de fietsers, e-bikers, snor- en bromfietsers met name binnen de bebouwde kom voorkomen. Voor fietsers ligt de nadruk hierin meer op kruispunten. Voor snor- en bromfietsen is de verdeling meer gelijk.

Tabel 14 Slachtoffers naar type wegvak en komgrens (2014-2019).

Ambulanceongevallen

Aanvullend op bovengenoemde cijfers heeft de provincie data over het aantal ambulanceongevallen aangeleverd.

Kruispuntongevallen

Wegvakongevallen

Deze aantallen zijn aanzienlijk hoger dan hiervoor is genoemd vanwege het feit dat er in VIA data sprake is van een onder-registratie van ongevallen. De politie komt bij de meeste ongevallen niet altijd ter plaatse. Daarnaast zijn er ook ongevallen waarbij ook geen ambulance wordt ingezet, wat leidt tot ongevallen die geheel uit beeld blijven.